Lupine verovert langzaam een plek in de transitie naar meer plantaardig eiwit in de voeding. De laatste jaren is er in het buitenland veel veredeld en is de rassenkeuze van zoete lupinerassen toegenomen. De opbrengst van lupine onder Nederlandse condities is tot nu toe echter nog te laag voor een rendabele teelt, met 2,5-3 ton/ha. Verlenging van het teeltseizoen door lange, warme zomers laat echter zien dat opbrengsten van 5 ton/ha mogelijk zijn.
Een nieuwe ontwikkeling is de veredeling van winterharde lupinerassen, waarmee opbrengsten van 4-6 ton/ha ook in Nederland mogelijk kunnen worden. In dit project zal een eerste praktijkproef met winterlupine in Nederland plaatsvinden, in een vergelijking met de nu gangbare teelt van zomerlupine. Daarbij wordt zowel de toepassing voor humane consumptie (eiwitgehalte en bitterstoffen) als de voederwaarde meegenomen.
De rassen worden niet alleen op winterhardheid en opbrengst beoordeeld, maar ook op ziektegevoeligheid, legeringsgevoeligheid, snelheid van afrijpen en kwaliteit. Omdat het zaaitijdstip primair effect kan hebben op de winterhardheid, worden twee verschillende zaaitijdstippen voor de winterrassen in het najaar uitgetest.
Op het gebied van de regionale afzet van lupine zijn de afgelopen paar jaren al veel ontwikkelingen in gang gezet. Vanuit dit project zijn de uitvoerders in contact met zich ontwikkelende afzetmogelijkheden in de Nederlandse conservenindustrie.