Het project ‘Maïs telen in permanent grasland’ heeft als doel het ontwikkelen van een teeltmethode voor snijmaïs, zonder de nadelen van gangbare maïsteelt.
In 2018 was 20 tot 25 procent van de landbouwgrond in Noordoost-Brabant in gebruik voor maïs. Wat betreft voederwaarde en efficiënte benutting van mineralen is maïs voor veel veehouders onmisbaar. Er is ook kritiek. De eenzijdige teelt is niet bevorderlijk voor de bodemkwaliteit en biodiversiteit. Ook is het gewas gevoelig voor uitspoeling van nutriënten (nitraat) naar het grondwater. Verder is het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen een punt van aandacht.
Voor deze nieuwe manier van mais verbouwen freest de boer of de loonwerker stroken in bestaand grasland en zaait hierin de maïs. Tussen deze zaaistroken blijft het grasland intact. Als het goed is blijft er na de maïsoogst een graszode achter die zich snel weer herstelt tot een productieweiland.
Het project moet uitwijzen of deze manier van maïs telen in de praktijk mogelijk is en de beoogde voordelen oplevert. Loonwerkcombinatie LvCM (Land van Cuijk en Maasduinen) en Loonbedrijf Peter Loeffen werken hierbij samen met Wageningen UR en HAS Hogeschool. Projectleider is Ronald Luijkx van AgriFood Capital. De provincie Noord-Brabant en de Regio Noordoost Brabant ondersteunen dit project met een bijdrage uit de Subsidieregeling Economie en Innovatie.