Mais bladeren

Akkerbouw en veehouderij samen op zoek naar oplossingen

In het streven om de landbouw toekomstbestendig te maken heeft Minister Schouten van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) onder andere vijf experimenteergebieden voor kringlooplandbouw aangewezen in Nederland. Een van deze gebieden is AgroProeftuin de Peel in Noordoost Brabant. In dat kader zijn er in de Peel twee pilots gestart die erop gericht zijn om de samenwerking tussen akkerbouw/groenteteelt en veehouderij te bevorderen. 

De experimenteergebieden hebben alle vijf aangegeven dat ze kansen zien in verdere samenwerking tussen akkerbouw en veehouderij om de kringloop verder te sluiten. Elke gebied heeft andere uitdagingen. dus ook andere experimenten. Door kennis en ervaringen uit te wisselen, kunnen de gebieden onderling van elkaar leren. Alle experimenten worden begeleid door de WUR. 

In AgroProeftuin de Peel worden proeven opgezet met als doel het verbeteren van de bodemkwaliteit, bodemweerbaarheid en het voldoen aan de nitraatrichtlijn van 50mg/l in het bovenste grondwater, binnen de randvoorwaarde dat dit economisch haalbaar is. Deze doelen passen bij de uitdagingen van de hoge zandgronden in De Peel. 

 

Goede bodem voor een goed gewas

In de eerste pilot werken Melkveehouderij Wientjes en akkerbouwer/varkenshouder Peters samen aan optimale mestbenutting en gewasrotatie, met focus op een goede bodem voor een goed gewas en beheersing van de nitraatuitspoeling en ammoniakemissie.

Dunne digestaat uit de mestvergister wordt ‘gestript’, zodat ammonium stikstof (ammoniak uitstoot bij toepassing) sterk wordt gereduceerd. De pilot richt zich op het optimaal inzetten van deze meststof in drie gewassen: aardappelen, bieten en mais. Vanuit de gewasbehoefte van deze gewassen wordt de nieuwe meststof toegepast, naast controlevelden met standaard drijfmest bemesting. De verwachting is dat er minder ammoniak vrijkomt bij het uitrijden en dat er minder uitspoeling zal plaatsvinden, met behoud van gewasproductie. De pilots worden begeleid door WUR Open Teelten, zowel voor het ontwerp, de metingen als de rapportage van de resultaten.

In 2021 is deze pilot van start gegaan, momenteel wordt er hard gewerkt om de vervolgpilot voor 2022 te ontwerpen.

 

Bodemverbetering, trips beheersing en uitspoeling 

De andere pilot in dit kader is een samenwerking tussen Tuinbouwbedrijf Jonkergouw en melkveehouder Kocken. Jonkergouw teelt bospeen en prei, in rotatie met andere gewassen van andere telers. In een langjarige samenwerking wordt de rotatie geoptimaliseerd.

Bij de preiteelt wordt een gewas geteeld als voorgewas, namelijk facelia. Dit wordt ondergewerkt en blijft deels staan in stroken tussen de prei. Tijdens deze proef worden de effecten op bodemverbetering, trips beheersing, uitspoeling en productie gemeten door WUR Open Teelten. Doel is om aantasting door schadelijke trips te beperken doordat Facelia natuurlijke trips-vijanden aantrekt. Maar ook om organische stof in de bodem te brengen en nitraatuitspoeling te verminderen. Tevens is facelia een plant die bijen en andere insecten aantrekt en daarbij een bloemrijke afwisseling in het landschap geeft, heel goed voor de biodiversiteit.

De volgende stap is om in samenwerking met melkveehouders John Kocken te kijken of het vanggewas Japanse haver benut kan worden als vers ruwvoer voor melkkoeien. Japanse haver reduceert de hoeveelheid schadelijke aaltjes in de bodem. Dit is van belang in de bospeenteelt van Jonkergouw.

Zo werken we samen aan experimenten die goed zijn voor teler, veehouder en omgeving.

 

 

 

 

 

 

 

Projectleider Martijn Buijsse vertelt hoe akkerbouwers en veetelers in Noordoost-Brabant gaan samenwerken.