Grasland dat veel voedsel voor koeien oplevert, is vaak ongeschikt voor weidevogels. In het eenzijdige grasland leven te weinig insecten als voedsel voor de (jonge) vogels. De zogenoemde vogelakker kan een mooie aanvulling zijn. Deze bestaat uit 75% uit luzerne (of rode klaver) en voor 25% uit stroken met een bloemenmengsel.
In een dergelijk perceel vinden (jonge) vogels voedsel en beschutting. De boer kan een vogelakker bovendien enkele malen per jaar maaien. Dat levert smakelijk en voedzaam ruwvoer op voor het vee. Luzerne en klaver zijn vlinderbloemigen en kunnen stikstof uit de lucht binden en vastleggen in de grond, zodat geen kunstmest nodig is. Luzerne kan bovendien zeer goed tegen droogte en heeft geen bestrijdingsmiddelen nodig.
Voor Collectief Agrarisch Natuurbeheer (ANB) Oost-Brabant is dat reden genoeg om hiermee te pionieren op de hoge Brabantse zandgronden. Op de proeflocatie experimenteert ANB Oost-Brabant met verschillende samenstellingen. Adviseur agrarisch natuurbeheer Jan Ottens en melkveehouder Ard van der Bolt zijn de initiatiefnemers.
Inmiddels is de luzerne met stroken bloemen voor het vijfde jaar geteeld. Conclusie is dat een vogelakker met 25% bloemenmengsels en 75% luzerne de weidevogelpopulatie stimuleert. Tevens kan het qua opbrengst een goed alternatief zijn voor gangbaar grasland. Wel moet gezegd worden in het vijfde teeltseizoen de opbrengst van de luzerne laag was. Niet vergelijkbaar met gangbaar grasland. Doordat er op de vogelakker pas laat gemaaid kon worden, is de opbrengst vooral geschikt voor de structuur in veevoeding en niet als eiwitvervanger.