Proeflocatie zaaien

Proeflocatie AgroProeftuin 2021: 16 experimenten van pioniers

Ook in 2021 voeren boeren en andere pioniers met ondersteuning van De AgroProeftuin Noordoost-Brabant praktijkproeven uit op proefvelden. Er zijn 16 proeven, waarvan 15 op de centrale proeflocatie (35 hectare) aan de Middenpeelweg bij Zeeland en een elders in de regio. In 2021 zijn weer drie nieuwe proeven gestart.

De experimenten op de proefvelden vallen binnen 3 thema’s. 

 

Plantpaspoorten

Voor de gewassen op de proeflocatie van De AgroProeftuin Noordoost-Brabant zijn plantpaspoorten beschikbaar. Hierin vind je info over de teelt van het gewas, over de opbrengst, de afzet en waar mogelijk wat het financieel op levert voor de afnemer, dus voor de veehouder. 

 

 

 

 

 

  

 

 

Thema Eiwit van eigen bodem

De voeding voor mens en dier bevat veel geïmporteerde eiwitgrondstoffen zoals soja. Bij kringlooplandbouw hoort eiwit van eigen bodem. Op de proeflocatie experimenteren ondernemers met bijzondere veevoergewassen zoals sorghum, zonnebloemen, voedererwten, klimbonen en soja. Ook is er een proefveld met soja die geschikt is voor humane voeding. Ze doen ervaring op met alternatieve gewassen en hebben aandacht voor een gezonde bodem en het minimaliseren van kunstmestgebruik.

Sorghum als alternatief voor snijmaïs

Het van oorsprong Afrikaanse gewas sorghum kan een alternatief zijn voor maïs. Het gewas heeft meer wortels die dieper in de grond groeien. Daardoor ontstaat een betere bodemstructuur, waaruit veel minder meststoffen uitspoelen.

Melkveehouder Geert Hol uit Odiliapeel pioniert al sinds 2017 met dit gewas. Hij vergelijkt verschillende rassen en onderzoekt of de teelt qua opbrengst en voederwaarde kan concurreren met maïs.

 

Bijzonderheden:

Lupinen voor de melkveehouderij

Lupine is een nog onbekend voedergewas. De peulvrucht bindt als vlinderbloemige haar eigen stikstof, verbetert de bodemkwaliteit en zorgt op het land voor verbetering van de biodiversiteit. Lupine bevat veel eiwitten, net als veldboon. Doordat lupine relatief goed bestand is tegen droogte, is het mogelijk een interessante teelt voor de Brabantse zandgrond.
Samen met partners melkveehouder Willem Verkuijlen op zijn proefveld een aantal verschillende rassen op groei-eigenschappen en voederwaarde. In 2021 start de proef met verschillende soorten zomerlupine. In het seizoen 2021-2022 gaat het experiment verder met winterrassen. Dat is nieuw voor Nederland. Winterlupinen hebben potentieel een hogere opbrengst en maken een verlenging van het teeltseizoen mogelijk. Tot nu toe waren er geen variëteiten beschikbaar die geschikt zijn voor het Nederlandse klimaat.

 

Bijzonderheden:

  • Start proef 2021
  • Partners: Melkveebedrijf Verkuijlen, Vitalvé (diervoeding), Innovatiehuis de Peel

 

 

Duurzame maisteelt op ruggen

Mais is voor de veehouderij een belangrijk veevoergewas met een hoge opbrengst en een uitstekende voederwaarde. Aan het gangbare teeltsysteem met een intensieve grondbewerking kleven nadelen, waaronder uitspoeling van mineralen en een verslechtering van de bodemstructuur. Akkerbouwer/veehouder John Melis experimenteert op een proefperceel met een alternatieve teelttechniek, namelijk teelt in ruggen in combinatie met een minimale en niet-kerende (zonder ploegen) grondbewerking. In ruggen heeft de grond een lossere structuur en warmt sneller op. Dat is potentieel gunstig voor de wortelontwikkeling en een efficiënte benutting van water en voedingsstoffen. Het doel van de proef is te onderzoeken wat het effect is op de groei en opbrengst van de mais en de bodemkwaliteit.

 

Bijzonderheden

  • Start proef 2021
  • Partners: John Melis, Agrotechnics, Evers Agro, Loonbedrijf van de Ven

 

 

Blauwmaanzaad als bodemvriendelijk nieuw gewas

Akkerbouwers in het zuidoostelijk zandgebied hebben behoefte aan nieuwe gewassen, zodat ze meer variatie kunnen aanbrengen in hun bouwplan. Vruchtwisseling is noodzakelijk voor een goede bodemkwaliteit en draagt bij aan biodiversiteit. Voor zandgrond is het aantal mogelijkheden echter beperkt. Akkerbouwer/loonwerker Ron Peters experimenteert op een proefveld met blauwmaanzaad. De teelt van dit gewas komt praktisch alleen voor op de zuidwestelijke kleigronden. De proef moet uitwijzen of maanzaad een interessant alternatief kan zijn voor het veel geteelde snijmais. In de proef vergelijkt Peters verschillende rassen.


Bijzonderheden:

  • Start proef 2021
  • Partners Agriwerk vof (Peters), Agrifirm, Bert Aasman

 

 

Blauw maanzaad

Eiwit voor humane voeding uit bietenblad

Suikerbieten worden geteeld voor suiker, maar het blad groeit mogelijk uit tot een bron van plantaardig eiwit. Suiker Unie beschikt over een proces om eiwit te winnen uit groene bladeren zoals bietenloof. In 2019 is hiervoor een proeffabriek gestart.

Op een proefveld vergelijkt bietenteler Henk van den Elzen uit Zeeland (NB) verschillende bietenrassen op geschiktheid voor eiwitproductie. Ook worden op een aantal momenten in het seizoen bladmonsters geanalyseerd om het verloop van het eiwitgehalte te volgen. Dit proefveld ligt buiten de centrale proeflocatie aan de Middenpeelweg bij Zeeland, namelijk aan de Middelstraat, bij Schaijk. De grond voor deze proef is wel beschikbaar gekomen via De AgroProeftuin Noordoost-Brabant.

 

Bijzonderheden:

 

 

Bietenblad

Veldbonen als eiwitbron voor humane voeding

Veldbonen worden van oudsher gebruikt als eiwitrijk diervoedergewas. Deze veevoerbonen zijn mogelijk ook interessant voor humane voeding. Op de proeflocatie gaat coöperatie CZAV onderzoeken of de teelt van de bonen geschikt is als grondstof voor humane voeding.

Het gaat in de eerste plaats om teeltaspecten. Dit proefveld moet uitwijzen of het gewas voldoende opbrengt op de Brabantse zandgrond. Een tweede doel is het uitwerken van een verwerkingsketen. De initiatiefnemers willen van de bonen een eiwitconcentraat maken dat kan worden gebruikt als plantaardige eiwitbron voor bepaalde levensmiddelen, zoals vleesvervangers.

 

Bijzonderheden:

 

 

Veldbonen

Voergewassen in strokenteelt

Uit diverse onderzoeken blijkt dat de teelt van verschillende gewassen in afwisselende stroken mogelijk meer opbrengt dan afzonderlijke monoculturen. Dat effect treedt op als gewassen in bepaalde combinaties elkaar versterken en aanvullen. Toch wordt strokenteelt nauwelijks toegepast, omdat dit niet past in de gangbare bedrijfsvoering.

Teler Harm Jonkergouw experimenteert op een proefveld met de combinatie van twee voedergewassen: snijmais en voergerst. Hij wil de meeropbrengst van strokenteelt meten en die afwegen tegen de eventuele meerkosten van onder meer arbeid en mechanisatie.


Bijzonderheden:

  • Start proef 2020
  • Partner: Wageningen UR

 

 

Strokenteelt graan mais

Mengteelt mais/zonnebloemen

Zonnebloemen kunnen goed tegen droogte en leveren ook een smakelijk voer op voor koeien. Het inkuilen van de planten is echter lastig. Daarom experimenteert melkveehouder Roel Albers uit Schaijk met een mengteelt van zonnebloemen en snijmais. Op zijn proefveld wil hij onderzoeken hoe de teelt verloopt en wat de voederwaarde van het geoogste product is. Hij combineert de mengteelt met een eiwitrijk vanggewas dat na de oogst van het hoofdgewas nog een extra snede ruwvoer oplevert. De uitvoering van de proef is biologisch, dat wil zeggen: zonder kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen en met mechanische onkruidbestrijding.

 

Bijzonderheden:

  • Start proef 2020
  • Partners: Zaadhandel Neutkens, loonbedrijf Mechanisch Schoon

 

 

Mengteelt mais en zonnebloemen

Rendabele teelt sojabonen

Soja gedijt het best in warme gebieden. In ons gematigde klimaat is de opbrengst tot nu toe te laag voor een rendabele grootschalige teelt van sojabonen die geschikt zijn voor gebruikt in humane consumptie. 
Akkerbouwer/loonwerker Ron Peters uit Odiliapeel onderzoekt mogelijkheden voor een betere opbrengst. Hij doet proeven met een bijzondere manier van bemesten (bladbemesting), vergelijkt verschillende rassen en test een zaaizaadcoating met een zogenoemde biostimulant, ofwel een natuurlijke bodemverbeteraar (rhizobium).

 

Bijzonderheden:

 

 

Sojabonen

Mengteelt gerst met voererwten voor varkens

Voergranen leveren veel energie voor varkens, maar weinig eiwit. Eiwitrijke voererwten zouden een mooie aanvulling zijn. Erwtenplanten zijn bovendien in staat stikstof uit de lucht te binden en vast te leggen in grond, zodat er veel minder kunstmest nodig is.

John Melis, varkenshouder en pluimveehouder in Venhorst en Odiliapeel, experimenteert met een mengteelt van gerst en erwten. Door de gewassen door elkaar te laten groeien, zouden ze elkaar kunnen versterken. Erwten zijn een potentieel alternatief voor (geïmporteerde) soja in diervoeding. Op zijn proefveld kijkt hij onder meer het effect van verschillende zaaizaadhoeveelheden op de opbrengst en het eiwitgehalte.

 

Bijzonderheden:

 

 

mengteelt van gerst en erwten

 

 

Mengteelt maïs met klimbonen

Vrijwel elke melkveehouder gebruikt snijmaïs in de voeding voor het vee. Maïs bevat veel energie, maar weinig eiwit. Bonen kunnen een goede aanvulling zijn. Bovendien binden bonen, als vlinderbloemigen, stikstof uit de lucht en leggen dit vast in de bodem. Daardoor is minder kunstmest nodig.

Melkveehouder Geert Hol uit Odiliapeel onderzoekt of maïs en klimbonen elkaar in een mengteelt goed aanvullen en of hij dit kan inkuilen als gezond voer voor zijn melkvee. Punt van aandacht is daarbij de timing van de ontwikkeling en afrijping van de gewassen. 

 

Bijzonderheden:

 

 

Mengteelt maïs en klimbonen

Sojasilage

Sojasilage is blad-soja voor melkvee. Het gewas wordt geoogst voordat de boon zich ontwikkelt en ingekuild zoals snijmais. Daardoor heeft het een kort groeiseizoen. In 8 tot 10 weken levert het 8.000 kg/ha (op basis van droge stof) opbrengst met veel eiwit (ca. 200 DVE, 1600 kg eiwit). Op het proefveld wordt na de oogst gras met zomerwikke ingezaaid. De wikke zorgt voor extra eiwit (naar verwachting +25 procent t.o.v. uitsluitend gras). In de lente wordt nog een keer gemaaid, vervolgens wordt de bladsoja weer ingezaaid.

Door de combinatie van soja en gras/wikke levert de grond relatief veel eiwitrijk ruwvoer. Voor deze teelt is geen kunstmest nodig is, omdat soja en wikke vlinderbloemigen zijn en stikstof uit de lucht binden en opslaan in de bodem. Daarnaast is de verwachting dat de teelt van soja weinig water en weinig gewasbeschermingsmiddelen nodig heeft. Melkveehouder Ard van der Bolt uit Wanroij voert deze proef uit.

 

Bijzonderheden:

  • Start proef 2019
  • Partner: VisscherHolland
Sojaplant

Mengteelt sorghum en zonnebloem

Sorghum is mogelijk een alternatief voor snijmaïs, maar bevat relatief weinig eiwit. Mogelijk zijn zonnebloemen een goede aanvulling. De zaden bevatten eiwit en gezonde energie in de vorm van onverzadigde vetzuren. Loonwerker Gerard van der Ven uit het dorp Zeeland experimenteert met een mengteelt van sorghum en zonnebloemen. Het is de bedoeling de gewassen te hakselen en in te kuilen, net als snijmaïs.

 

Bijzonderheden:

  • Start proef in 2019, afgerond in 2020
  • Partner: VisscherHolland

 

 

Mengteelt sorghum en zonnebloem

Thema Biomassa als grondstof

De opbrengst van gewassen, ofwel biomassa, levert niet alleen voedsel, maar kan ook fungeren als natuurlijke grondstof voor diverse (non-food) toepassingen. 

Biobased Innovation Garden

Boeren kunnen de meeste gewassen niet elk jaar opnieuw in dezelfde grond telen. Dat vermindert de gezondheid en de vruchtbaarheid van de bodem. Daarom passen telers vruchtwisseling toe. Ze hebben dus verschillende gewassen nodig, maar niet elk gewas levert een goede bijdrage aan het inkomen. Nieuwe gewassen zijn daarom zeer welkom.

Adviesorganisatie Delphy laat op één perceel 10 bijzondere gewassen zien, die mogelijk ‘biobased’ ingrediënten bieden voor industriële toepassingen. Voorbeelden zijn stevia (zoetstof), teunisbloem (olie) en yacon (knolgewas, natuurvoeding).

 

Bijzonderheden:

 

 

 

Industriële hennep

Vezelhennep is een akkerbouwgewas met veel verschillende toepassingen. Zo bieden de vezels grondstoffen voor natuurlijke bouwmaterialen. Daarnaast bevatten de planten kostbare oliën voor onder meer voedingssupplementen.

In Zuid-Nederland komt het gewas nog nauwelijks voor. Ondernemer Gerald Megens uit Uden wil op de proeflocatie laten zien dat hennep ook op de zandgrond in de Peel kans van slagen heeft.

 

Bijzonderheden:

 

 

Thema Biodiversiteit

Biodiversiteit, de natuurlijke verscheidenheid aan soorten, heeft te maken met het leven bóven en ín de grond. In de grond zorgen bodemorganismen (wormen, schimmels, bacteriën, etc.) voor vruchtbaarheid en de weerstand van gewassen tegen ziekten en plagen. Bovengronds is gevarieerde begroeiing cruciaal voor de natuurlijke flora en fauna en een mooi landschap.

Demoveld Agroforestry

Bomen en struiken kunnen de agrarische productie ondersteunen en de biodiversiteit verbeteren. Dat is wat Jade Reforestry wil laten zien met een demonstratieveld op de proeflocatie agroforestry. Agroforestry (ook wel bomenlandbouw of agrobosbouw genoemd) is het bewust combineren van houtige gewassen met plantaardige teelten en/of veehouderij.

Het doel van het demoveld is verschillende vormen van agroforestry te laten zien:

  • ‘Foodforest’ met bomen en struiken die noten en fruit dragen
  • Strokenteelt met een afwisseling van bomen/struiken en agrarische gewassen
  • Bomen voor biomassa
  • Natuurlijke vermeerdering bomen en struiken.

Daarnaast worden op het demoveld bomen en struiken op een natuurlijke wijze vermeerderd.

 

Bijzonderheden:

 

 

Demoveld Agroforestry

Natuurranden

In gangbare akkers en weiden staat doorgaans één uniform gewas. De natuur heeft juist variatie nodig. Door de randen van akkers te gebruiken voor een gevarieerde begroeiing, kunnen boeren de natuur een handje helpen.

Collectief Agrarisch Natuurbeheer (ANB) Oost-Brabant laat op een proefveld verschillende soorten bloemen- en plantenmengsels zien, gericht op onder andere bijen, leeuweriken, kevers en patrijzen. Het doel is boeren kennis laten maken met het agrarisch natuurbeheer en de mogelijkheden die dat biedt voor natuurinclusieve landbouw op hun bedrijf. Adviseur agrarisch natuurbeheer Jan Ottens en melkveehouder Ard van der Bolt zijn de initiatiefnemers.

 

Bijzonderheden:

  • Start proef 2019

 

 

Natuurranden

Vogelakker

Grasland dat veel voedsel voor koeien oplevert, is vaak ongeschikt voor weidevogels. In het eenzijdige grasland leven te weinig insecten als voedsel voor de (jonge) vogels.

De zogenoemde vogelakker kan een mooie aanvulling zijn. Deze bestaat uit 75% uit luzerne (of rode klaver) en voor 25% uit stroken met een bloemenmengsel. Hier vinden (jonge) vogels voedsel en beschutting. De boer kan een vogelakker bovendien enkele malen per jaar maaien. Dat levert smakelijk en voedzaam ruwvoer op voor het vee. Luzerne en klaver zijn vlinderbloemigen en kunnen stikstof uit de lucht binden en vastleggen in de grond, zodat geen kunstmest nodig is. Luzerne kan bovendien zeer goed tegen droogte en heeft geen bestrijdingsmiddelen nodig.

Voor Collectief Agrarisch Natuurbeheer (ANB) Oost-Brabant is dat reden genoeg om hiermee te pionieren op de hoge Brabantse zandgronden. Op de proeflocatie experimenteert ANB Oost-Brabant met verschillende samenstellingen. Adviseur agrarisch natuurbeheer Jan Ottens en melkveehouder Ard van der Bolt zijn de initiatiefnemers.

 

Bijzonderheden:

 

 

Vogelakker

Bodemverbetering met compost en insectensubstraat

In compost worden organische reststromen zoals bermmaaisel of snoeiafval benut als bodemverbeteraar. Compost vergroot de hoeveelheid organische stof in de grond en stimuleert het bodemleven. Insectensubstraat is een product dat vrijkomt bij de insectenteelt. Het product bevat een hoog gehalte aan chitine en organische stof.

In bodemproeven onderzoeken enkele samenwerkende bedrijven of de inzet van compost en insectensubstraat bijdraagt aan het beperken van de schade door bodemparasieten (aaltjes) in de teelt van bospeen.

 

Bijzonderheden:

  • Start proef 2018
  • Partners: Tuinbouwbedrijf Jonkergouw, Van Berkel Biomassa & Bodemproducten, Eurofins Agro, Protix. HAS Hogeschool

 

 

Bodemverbetering met compost en insectensubstraat

Maïsteelt zonder kunstmest

Plantenwortels kunnen voedingsstoffen uit de bodem opnemen door een samenwerking met bodemschimmels (mycorrhiza) en wortelbacteriën. Akkerbouwer Mark van den Broek onderzoekt het effect van een bodemverbeteraar die ontwikkeling van de mycorrhiza stimuleert. Een verbetering van het bodemleven levert in potentie een weerbaar gewas op, met een beter wortelgestel, dat water en voedingsstoffen efficiënter benut.

Het veldonderzoek beslaat meerdere jaren. Na de maisoogst zorgt een nateelt (groenbemester, bodembedekker) de grond begroeid blijft. Daardoor blijft de mycorrhiza in de bodem aanwezig. Mogelijke effecten op de lange termijn: de kwaliteit van de organische stof in de bodem verbetert en de grond wordt minder droogtegevoelig. Hierdoor zou ruwvoerteelt zonder kunstmest mogelijk moeten zijn.

 

Bijzonderheden:

 

 

video: Nieuwe Oogst (april 2020)

Gezond en kruidenrijk grasland

Gangbaar grasland bestaat uit een klein aantal soorten, eenzijdig geselecteerd op opbrengst. De geringe variatie maakt het grasland echter ook kwetsbaar voor extreem weer en ook minder aantrekkelijk voor nuttige insecten en andere dieren.

Veehouders Job Albers uit Rijkevoort en Tom Geene uit Wanroij experimenteren met een gevarieerde samenstelling in het grasland, met een grote verscheidenheid aan grassen en andere kruiden. Doordat de soorten van elkaar verschillen in teelteigenschappen, ziektegevoeligheid, bloeitijd en voederwaarde, kunnen ze elkaar goed aanvullen. De veehouders hopen hiermee per saldo meer voederwaarde (eiwit voor hun koeien) van het land te halen. Ook draagt de rijke samenstelling van het weiland bij aan de droogtegevoeligheid en aan de biodiversiteit.

 

Bijzonderheden:

 

 

Kruidenrijk grasland

 

 

Milieuvriendelijke teelt verschillende kleuren bospeen

De wortelvlieg en bodemparasieten zoals aaltjes zijn veel voorkomende plagen in de teelt van bospeen.

Tuinbouwbedrijf Jonkergouw wil deze plagen op een milieuvriendelijke, natuurlijke manier voorkomen. De telers zaaien de randen van het perceel in met specifieke planten (knoflook) en gebruiken compost met resten van substraat uit de insectenteelt. Verder experimenteert dit bedrijf met oude ‘vergeten’ peenrassen met diverse kleuren. Mogelijk hebben deze oude rassen een betere weerstand tegen plantenziekten.

 

Bijzonderheden:

  • Start proef 2018, afgrond in 2019
  • Partner: Wageningen UR

 

 

Bospeen