De Brabantse zandgrond is geschikt voor bijzondere gewassen als zoete aardappe (bataat), peulvruchten zoals kidneyboon en veldboon en zelfs voor soja. Dat blijkt uit de veldproeven op de proeflocatie van De AgroProeftuin Noordoost-Brabant. Maar hoe zit het met het verdienmodel? De kansen moeten komen van het aanboren van nichemarkten en de ontwikkeling van nieuwe producten. Ook dat vraagt pionierswerk.
De zoete aardappel of bataat is een mooi voorbeeld. Op het proefveld van adviesorganisatie Delphy stonden negen verschillende rassen naast elkaar, variërend van helderoranje tot paarsrood. De knolgroente gedijt dus goed op de Peelgrond, maar is er ook markt voor? “De zoete aardappelen in de supermarkt komen uit Noord- en Zuid-Amerika. Wat betreft schaalgrootte en volume kunnen we in Nederland daar nog niet tegenop”, is de inschatting van Bert Aasman van Delphy. “Op basis van onze ervaringen durf ik te beweren dat we in Nederland betere kwaliteit kunnen leveren. En als je kijkt naar de transportkilometers is een regionaal product bovendien veel duurzamer.”
Voor de 10 ton (komt overeen met 67 ton/ha) van zijn proefveld zoekt Delphy samen met akkerbouwer Koen Linders afzet bij speciaalzaken en horeca in de regio, bedrijven die op zoek zijn naar iets bijzonders. Het aanbod is te zien in een speciaal hiervoor gemaakte webshop. In afwachting van een koper, ligt de oogst van 2020 in de geconditioneerde bewaarschuur op het bedrijf van Linders in Sint Hubert.
Een ander voorbeeld is de red kidney-boon. Deze peulvrucht is populair onder consumenten die minder vlees willen eten. De rode bonen worden geïmporteerd. Delphy doet op zijn proefveld ervaring op met de teelt in de Peel.
De oogst van het proefveld is voor een deel verkocht aan Eigezwijns, een samenwerkingsverband van varkenshouders die het vlees van hun eigen duurzaam gehouden varkens vermarkten. Eén van de producten is ‘goeie worst’, waarin een deel van het vlees is vervangen door peulvruchten. Daar passen regionaal geteelde bonen uit de Peel uitstekend bij.
Het ontwikkelen van verdienmodellen op basis van nieuwe gewassen houdt dus niet op bij experimenten in het veld. Ook het aanboren van verkoopkanalen vraagt inspanning. Aasman zet zich persoonlijk in voor de afzet van de zoete aardappelen en de kidneybonen. Hij zoekt ook kopers voor de knolgroente yacon en een partij gedroogde stevia.
"Op basis van onze ervaringen durf ik te beweren dat we in Nederland betere kwaliteit kunnen leveren. En qua transportkilometers is een regionaal product bovendien veel duurzamer dan import."
Op de proeflocatie van De AgroProeftuin Noordoost-Brabant liggen, behalve het demoveld van Delphy nog 14 andere veldproeven. Enkele daarvan zijn gericht op eiwitrijke plantaardige grondstoffen voor levensmiddelen. Dat zijn soja en veldbonen.
Voor eiwitrijke akkerbouwgewassen liggen de kansen voor het verdienmodel in toepassingen voor humane voedingsmiddelen. Met name voor de groeiende markt van vleesvervangers zijn plantaardige eiwitten in trek. Gewassen als soja, veldboon of lupine kunnen bovendien een rol spelen in kringlooplandbouw door hun vermogen stikstof te binden uit de lucht en vast te leggen in de bodem. Daardoor hebben boeren minder (kunst)mest nodig. Bovendien kan regionaal geproduceerd plantaardig eiwit een vervanging zijn voor geïmporteerde soja.
Akkerbouwer Ron Peters pioniert samen met Agrifirm met soja voor humane voeding. Zij vergelijken onder meer verschillende rassen en het effect van bemesting op de opbrengst.
Agrifirm heeft in verschillende regio’s al ervaring opgedaan met Nederlandse soja. De coöperatie collecteert de oogst in een pool voor de verkoop. De ervaringen zijn wisselend, vertelt Henk Vermeer, projectmanager bij Agrifirm. Het gewas is zeer gevoelig voor kou in het voorjaar en ook een extreme zomer zoals in 2018 doet de opbrengst geen goed. Daardoor is het voor telers onzeker of ze de kwaliteitscriteria voor gebruik in levensmiddelen halen, stelt Vermeer. Het alternatief, verkoop aan de diervoederindustrie, is minder aantrekkelijk. “Een ton soja voor de consumentenmarkt levert circa 575 euro op, voor de diervoedermarkt is de prijs nog geen 400 euro en dat is veel te weinig.“
Onderzoek naar teeltoptimalisatie, zoals in De AgroProeftuin Noordoost-Brabant, blijft dus belangrijk. Uit de ervaringen van Agrifirm blijkt bijvoorbeeld dat de keuze van het juiste ras een belangrijke voorwaarde is voor een goed eiwitgehalte in de bonen. Dat eiwitgehalte bepaalt of de soja geschikt is voor de consumentenmarkt.
Sinds 2020 beproeft coöperatie CZAV - als toeleverancier en teeltadviseur voor akkerbouwers - op de proeflocatie van de AgroProeftuin de veldboon als alternatief. “We weten al veel over veldbonen op kleigrond, op het proefveld in de Peel doen we ervaring op met de teelt op zandgrond”, zegt Jurriaan Visser, manager Granen, Zaden, Peulvruchten van CZAV. “In dit eerste jaar is de proef goed verlopen. Ondanks een moeilijke start in het voorjaar viel de opbrengst niet tegen.”
Net als bij soja liggen de kansen in toepassing als plantaardig eiwit in consumentenproducten. Als veevoergrondstof leveren de bonen te weinig op voor een rendabele teelt, zegt hij. De vraag naar plantaardig eiwit van Nederlandse bodem moet zich nog ontwikkelen, geeft Visser aan. “We hebben afnemers nodig die bereid zijn een goede prijs te betalen voor de kwaliteit, of die de regionale herkomst weten te verwaarden in een streekproduct.” Met de opbrengst van de proeflocatie draagt CZAV bij aan die marktontwikkeling. In de veldproef zijn verschillende rassen gezaaid, elk met eigen teeltkarakteristieken en kwaliteits- en smaakeigenschappen. De bonen worden ingezet voor onderzoek en ontwikkeling van nieuwe grondstoffen bij FoodLab Pulses, een project van onder meer ZLTO en provincie Noord-Brabant.
"Een ton soja voor de consumentenmarkt levert circa 575 euro op, voor de diervoedermarkt is de prijs nog geen 400 euro en dat is veel te weinig."
"We hebben afnemers nodig die bereid zijn een goede prijs te betalen voor de kwaliteit, of die de regionale herkomst weten te verwaarden in een streekproduct."
Vragen over de in dit artikel genoemde gewassen? Of ideeën voor de verwerking en afzet van regionale producten?