Proeflocatie 2025: Focus op duurzame bodemgezondheid en toekomstbestendige landbouw

Ter voorbereiding op het komende teeltseizoen komen de deelnemers van de proeflocatie van De AgroProeftuin Noordoost-Brabant altijd in januari en februari bijeen. Zo was er 23 januari een kennissessie over bodemkwaliteiten en werd er intensief gesproken over de ontwikkeling van een meerjarig gebiedsbouwplan op basis van bodemmetingen. Bodemspecialist Martijn van Vijfeiken gaf de ondernemers tips en tricks  

 

Op de proeflocatie van De AgroProeftuin Noordoost-Brabant in Zeeland experimenteren 15 agrarische ondernemers met duurzame teelten en nieuwe teeltmethodes op zandgrond. Inmiddels zijn er ruim 100 proeven uitgevoerd door zo’n 50 ondernemers. Denk aan de teelt van eiwitrijke gewassen, biobased producten en teeltmethodes die biodiversiteit en bodem- en waterkwaliteit verbeteren.

Het komende jaar ligt de focus op het volgende:

  • Experimenteren met gewassen, teeltmethodes, grondbewerking en bemesting.
  • Verdieping in bodemkwaliteit en -processen door collectieve nitraatmetingen en –analyse.
  • Elk experiment draagt bij aan de verdere kennisontwikkeling naar een toekomstbestendige landbouw.

Lange termijn aanpak en gewasrotatie
Een belangrijk deel van de bijeenkomst ging over de voordelen van een efficiënte gewas- en perceelrotatie. Het optimaliseren van de teeltproeven door per perceel de meest geschikte gewassen te kiezen, werd als kansrijk benoemd. Daarbij kan het voorkomen dat twee telers in één seizoen het zelfde perceel gebruiken. Bijvoorbeeld vóór de teelt van winterwikke (met eindbestemming ruwvoer), kan een gewas zoals aardappel van meerwaarde zijn.

Met slimme keuzes nitraatuitspoeling beperken
Besproken is om op innovatieve wijze binnen de Kaderrichtlijn Water (KRW) uitdagingen zoals nitraatuitspoeling aan te pakken. Innovatiemanager Peter van Iperen wil op de proeflocatie met de ondernemers een gebiedsbouwplan ontwikkelen. Samenwerking tussen de betrokken telers is dan van essentieel belang.

Inzicht in bodemprocessen en regeneratieve landbouw
Martijn van Vijfeiken, specialist in bodem, bemesting en plantgezondheid, deelde zijn expertise over regeneratieve landbouw en in het bijzonder de bodem. “Door de focus te leggen op de bodemgezondheid, zorg je uiteindelijk voor gezond gewas. En een gezond gewas, zorgt weer voor een gezonde bodem. Op deze manier wordt de basis gelegd voor een robuust landbouwsysteem.” In de praktijk ziet Martijn dat met minder kunstmesttoepassing al een sterk verbeterde wortelontwikkeling en een lichte stijging in het humusgehalte kunnen worden gerealiseerd.

 

Er is een ideale chemische balans voor de bodem: Calcium 68%, Magnesium: 12%, Waterstof: 10%, Kalium: 5%, Natrium: 3%, pH 6,3.

 

 

Innovatieve analysemethoden en kennisontwikkeling
Martijn ging diep in op de toepassing van analysemethoden die de chemische, fysische en biologische gesteldheid van de bodem in kaart brengen.

  • De chemische gesteldheid is te meten met de Albrecht-analyse.
  • De Chroma-methode gebruikt Martijn om de fysische en biologische bodemgesteldheid in beeld te brengen.
  • De bodemvoedselwebanalyse geeft inzicht in de gezondheid van het bodemleven.

Alle percelen op de proeflocatie zijn in 2024 bemonsterd en geanalyseerd met deze drie methoden. Martijn heeft per perceel zo’n 30 tot 40 monsters genomen. Zonder de details per perceel te geven, kan hij al meegeven op basis van de analyse dat er tussen de percelen maar ook binnen een perceel grote verschillen zichtbaar zijn.

Chroma-metingen|
Martijn liet van meerdere percelen Chroma-beelden zien. Op een Chroma zie je het volgende:

  • Kleur van middelpunt en de omvang geeft aan hoe de zuurstofvoorziening in de bodem is; wit is goede voorziening, grauw is een lage zuurstofvoorziening. Zuurstofvoorziening heeft direct effect op activiteit bodemleven, humusvorming en eiwitvorming.
  • Grauw middelpunt kan ook gevolg zijn van veel verse organische stof die de zuurstof uit de bodem trekt. Dit wordt een storende laag voor meerdere jaren. Het advies is hier geen organische mest te gebruiken. Dit verergert het probleem.
  • De radiale lijnen zijn de schimmels en gisten in de bodem. Weinig lijnen, dan hebben de schimmels en gisten zich niet goed ontwikkeld. Vaak door een te laag zuurstofgehalte.
  • De buitenrand laat zien hoe de humusvorming is. Witte vlokken in de een na laatste rand (tandwiel) geeft aan dat er voldoende stikstokrijke onderdelen zijn.

 

In een volgende kennissessie worden de bodemresultaten per proeflocatie-perceel besproken. Daarmee wordt helder wat de kwaliteit is van de bodem per perceel en wat per perceel nodig is om deze optimaal te prepareren voor de volgende teelt. Wel of geen bemesting, wel of geen bewerking, hoe de groenbemester onderwerken, is bekalking nodig, etc.

 

Tip: Hoe de analyseresultaten beoordelen: kijk naar de hoogte van de pH, organische stofgehalte, verhouding calcium magnesium en kalium en de verhouding tussen CEC en TEC (bindingscapaciteit).

 

Nieuwe samenwerkingen
Dit teeltseizoen richt De AgroProeftuin Noordoost-Brabant zich op het verder uitwerken van de resultaten en het plannen van aanvullende experimenten. Metingen op de proeflocatie worden de komende vier jaar voortgezet om de effectiviteit van de gekozen aanpak te evalueren en verder te verfijnen. 

De kennissessie bevestigde dat een gezonde bodem de sleutel is tot gezonde gewassen en een duurzame toekomst. De inzichten en acties die zijn voortgekomen uit deze bijeenkomst, dragen bij aan de gezamenlijke missie om de landbouw in Noordoost-Brabant toekomstbestendig te maken.