De provincie Noord-Brabant stelt samen met de gemeente Maashorst grond beschikbaar als proeflocatie voor AgroProeftuin de Peel. Hier doet al meer dan vijf jaar een groot aantal partijen samen onderzoek naar kringlooplandbouw, vooral op het gebied van akker- en tuinbouw. De provincie stelt de komende 10 jaar 30 hectare landbouwgrond beschikbaar. Samen met vijf aangrenzende hectaren van de gemeente Maashorst mag AgroProeftuin de Peel deze blijven inzetten als gebied voor landbouwinnovatie.
Gedeputeerde Elies Lemkes-Straver (Landbouw, voedsel, bodem en brede welvaart) en Ronald Luijkx (innovatiemanager AgriFood Capital) kwamen naar Maashorst om de overdracht van de grond samen met wethouder Jeroen van den Heuvel (Duurzaamheid, transitie landbouw) te bekrachtigen. Van den Heuvel is ook voorzitter van AgroProeftuin de Peel.
Mijlpaal
De wethouder is blij met de volgende stap in dit waardevolle initiatief: “Dit is echt een mijlpaal, samen hebben de gemeenten in het samenwerkingsverband RNOB (Regio Noordoost Brabant) hun nek uitgestoken. Hier is veel energie ingestoken. We leveren hiermee op grondgebied van Maashorst een waardevolle bijdrage aan de transitie van de landbouw en de experimenten die daarvoor nodig zijn. De hele regio kan vervolgens gebruik maken van de kennis die hier wordt opgedaan.”
Op de proeflocatie kunnen vijftien boeren, tuinders en andere vernieuwers zelf laagdrempelig proeven vormgeven en uitvoeren. Daarmee draagt het initiatief bij aan het ontwikkelen en verspreiden van opgedane kennis. Gedeputeerde Elies Lemkes–Straver van de provincie Noord-Brabant: “Dit past goed bij de gestelde doelen uit het beleidskader Landbouw en Voedsel voor het sluiten van kringlopen, verbeteren van water- en bodemkwaliteit, versterken biodiversiteit en de eiwittransitie. De proeftuin biedt gelegenheid om in de praktijk innovaties toe te passen. Daarmee kunnen we de werkzaamheid voor bodem biodiversiteit en water- en klimaatdoelen toetsen, en ook de economische haalbaarheid. Deze stap kan de samenwerking in de voedselketen verder versterken.”
Schouders eronder
Ronald Luijkx: “Met deze voorzetting kunnen we de huidige praktijkproeven nog verder verbeteren. Bijvoorbeeld door meerjarige experimenten met nieuwe gewassen of teeltmethoden op te zetten. Continuïteit voor de proeflocatie is van groot belang om experimenten te laten uitgroeien tot toepasbare landbouwpraktijk.”